F016_LJ4H8636_vroni&pinguingemaiDarwin, 14 oktober 2006. Vogelfotoverzameldrift

FALKLANDS!! Ik denk dat in 95% van de gevallen, de eerste gedachte die opkomt “de oorlog tussen Engeland en Argentinië” is. Natuurlijk is dat hetgene wat de Falklands weer op de kaart heeft gezet maar er is meer, veel meer dan de oorlog. Wat dan? Dat zal blijken uit de volgende verhalen.

Onderweg naar de Falklands vlieg ik over de Andes en na een stop in Puerto Montt, breekt het wolkendek open en zie ik bergen en grote lange gletsjers. Dan zijn er opeens dunne spitse bergen die als tanden uit de sneeuw oprijzen: de Torres del Paine. Die staan op mijn programma voor na de Falklands.

We dalen en landen even later in Punta Arenas. Na het paspoortstempelwerk (mijn paspoort begint inmiddels al aardig vol te raken) ga ik het vliegtuig weer in. Nog 1 tussenlanding in Argentinie en dan landen we in Mount Pleasant op de Falklands. Maar het is allesbehalve plesant! Het motregent, het waait en het is ijskoud. We (ik reis samen met Veronika, een Zwitserse) worden opgehaald door Ken Greenland (doet zijn naam eer aan), de eigenaar van Darwin House, waar we 1 nacht verblijven. F118_LJ4H2386_stanleyAlles is Engels, de helft van de mensen heeft rood haar en sproeten, de theekopjes zijn van Wedgewood en er is tea-time om 4 uur s’middags met Earl Grey, sandwiches met jam en homemade cookies. Maar ik laat me er niet door verleiden. Nadat ik me in een lange onderbroek, thermokleding en regenpak heb gehesen, ga ik naar buiten. Het eerste wat me opvalt is dat de vogels tammer zijn dan ik had verwacht. Dat belooft wat met de plaatjes die ik ga maken.

De eerste nieuwe soorten worden al gauw gescoord: Upland Goose, Falkland Steamerducks en Long-tailed Meadowlarks. Gauw maak ik een paar foto’s. Het is weliswaar grijs en donker weer maar stel dat ik ze hierna niet meer zie.

F027_LJ4H0828_longtailedmeadowlaIk vraag me wel eens af waarom ik overal een foto van moet maken. Ja…. het is natuurlijk een (enigszins uit de hand gelopen) hobby. Maar de echte drijfveer zit volgens mij dieper. Van oorsprong zijn wij mensen jagers/verzamelaars. In het verleden waren mensen de hele dag bezig met het opsporen, besluipen en doden van prooien om in leven te blijven. Nu hoeft dat niet meer maar ik denk dat de jaag- en verzameldrift nog in de genen zit. Bij mij althans. “Vogelfotoverzameldrift”, nu niet meer om in mijn primaire levensbehoeften te voorzien maar wie weet dat ik mijn verzameltrofeeën daar in de toekomst nog wel eens voor ga gebruiken.

 

 

 

Sea Lion Island, 16 oktober 2006. Dichtbij

Met een klein propellorvliegtuigje zijn we gisteren aangekomen in de achtertuin van Sea-lion Island Lodge geland.
De Islander, het type vliegtuig, heeft maar een korte landingsstrip nodig en is uittermate geschikt voor lokale vluchten op de Falklands.

F057_LJ4H9895_zeeolifantDe zon is inmiddels doorgebroken maar het waait nog flink. De manager geeft ons een rondleiding door de lodge en eindigt in de zitkamer. Hij wijst naar buiten. “En daar zijn de Pinguins”. 100 Meter verderop staan wel 1000 pinguïns. En in de verte, vervolgt hij, zijn de zee-olifanten. Ze hebben net jongen gekregen, dus kom niet te dicht bij. Niet dichterbij dan 5 meter.

5 Meter!!, vijf stappen!!. Mijn hemel, dat is superdichtbij. En al die pinguïns…niet te geloven. Omdat de Falkland plannen pas in een vrij laat stadium ontstaan zijn, had ik niet veel voorstudie gedaan. En pinguïns, die had ik wel verwacht maar niet in deze orde van grootte. Ik was perplex.

Hoe dichtbij mag je bij de pinguïns komen, vroeg ik. “Als je gaat zitten komen ze vanzelf naar je toe”, was het antwoord.

Ik niet meer te houden!! En even later zit ik aan de rand van de kolonie. Ezelspinguïns. F111_LJ4H9575_magelanicpenguinEn het klopt.. ze komen dichterbij. Nieuwsgierig. Benieuwd wat voor rare vogel hun kolonie komt bezoeken. “Het is een vreemdeling zeker, die verdwaalt is, zeker”. Klopt ook! Een dwaalgast nog wel.

Na een foto of 200 loopt de eerste pinguïn over mijn rugzak en niet veel later wordt ik in mijn schoenen gepikt. Wat als de zee-olifanten ook zo dichtbij komen, 4000 kg zwaar en 6 meter lang.

De nabijgelegen Magelhaenpinguïn kolonie is heel anders. In tegenstelling tot de Ezelspinguïns maken deze holen. En ze zijn schuwer. “Slechts” tot een meter of 3 a 4 te benaderen. Als je dichterbij komt rennen ze gauw hun hol in.

F021_LJ4H8936_gentooslandingWeer honderd meter verder liggen de eerste zee-olifanten. Moeders met pasgeboren jongen. Met grote huilerige hondenogen kijken ze me aan. Eromheen lopen zuidpoolkippen, witte aasetende kipachtige vogels op zoek naar een nageboorte of open zeeolifantenwond.
De zee-olifanten hebben beschutting van zogenaamd Tussoc-grass. Grote graspollen die soms wel 3 meter hoog zijn. Het is moeilijk en zwaar om je er een weg doorheen te banen maar het lukt.

Veronika, die iets achter me loopt, loopt om maar ziet niet de grote zee-olifantstier. Deze richt zich plotseling op (zo’n 2,5 meter hoog) en geeft een harde brul. Veronika springt van schrik wel een meter de lucht in en zet het op een rennen. Te dicht bij! De stier is gigantisch groot, vet en blubberig. Traag maar met scherpe tanden.
Het Tussocgras is belangrijk voor de dieren. Het biedt bescherming aan zee- olifanten en -leeuwen en is broedplaats voor vogels. Een daarvan is de Tussocbird. Als je wat stenen van de grond optilt komen ze direct naar je toegevlogen om de tevoorschijn gekomen insecten op te eten. Ze lopen zelfs tussen mijn benen door. Als ik mijn hand op hou gaat er eentje opzitten. Dichtbij is de natuur hier.

We lopen terug richting Lodge en al lopend herinner ik me dat de manager zei dat er 3 dagen geleden orka’s waren gezien.
Even verderop is de plek waar de meeste pinguïns aan land komen en als ik een orka zou zijn, zou ik daar lekker op de loer gaan liggen. Twee minuten later zit ik op het strand in een zandstorm en kijk door mijn verrekijker over zee, speurend naar zwarte driehoekige vinnen. Een halfuur verstrijkt. Ik krijg het koud en de zon staat ook al laag. Nog een keer de horizon afturen en dan terug naar de warme lodge met warme douche om het zand van me af te spoelen.

In de branding groeit een binnenkomende golf en naarmate hij groter wordt, wordt hij doorzichtiger. In het topje van de golf zie ik wat zwart-wits bewegen: ORKA’S!!! De volgende seconde staat voor altijd in mijn geheugen gegriefd. Twee orka’s die bovenin een lichtblauwe transparante golf zwemmen. Geen tijd voor een echte foto. Dan maar een foto in mijn geest. De mooiste foto van mijn leven!

West Point Island, 18 oktober 2006. Door het oog van de Albatros

F051_LJ4H0454_bbaoogAls ik van de klif afloop komt de oceaan snel dichterbij maar ik spreid mijn vleugels en zweef even later boven de golven van de oceaan. Mijn vleugelpunten raken bijna het wateroppervlak. Een subtiele beweging van mijn staart maakt dat ik weer hoogte win. Met mijn lange vleugels vang ik de wind en het kost me geen moeite om vooruit te gaan. Omhoog en omlaag ga ik, steeds weer, zonder een enkele vleugelslag.

In de verte komt een schip in zicht. Een vissersboot. Veel vis maar ook veel gevaar. Menig soortgenoot is al verdronken na een poging om een stuk vis te bemachtigen wat aan de lange lijnen achter het schip hing. Het stuk vis werd doorgeslikt…maar ook de haak die erin zat. Het gewicht doet de vis plus haak plus vogel naar beneden zinken met verdrinkingsdood tot gevolg.

Nee…het is veiliger om uit de buurt te blijven en zelf iets te vangen.

Onder me springen grijs witte dolfijnen omhoog uit het water. Ik land om te kijken of ze wat vis voor me omhoog jagen. F102_LJ4H2146_commersondolphinsEr komen wat soortgenoten bij me zitten. Ik ken ze van een paar nesten verderop. Die hebben al een ei. Nog even en bij ons zal het ook zover zijn.

Na mijn maaltje vis is het weer tijd om weer huiswaarts te gaan. Even een lange aanloop uit het water en ik ben weer op de vleugel en zweef weer op de wind. Een van mijn favoriete bezigheden. Ik maak een ommetje naar het naburige eiland Steeple Jason, de grootste Albatrossenstad ter wereld. Een kleine 160.000 nesten zijn er op dit eiland. Veel te groot, geef mij maar ons dorpje op West-Point Island, met zo’n 1000 bewoners en wat King-shags.

F077_falkland_saundersisl-089Ik keer om en zie weer een boot. Geen vissersboot dit keer. Reden om even poolshoogte te gaan nemen. Aan dek staan 2 mensen. Eentje houdt een groot fototoestel vast en blijft de lens op me gericht houden. Ik draai wat om hem heen zodat hij me van alle kanten kan fotograferen. Ik ben tenslotte fotogeniek!

Als ik terugkom, probeer ik vlak bij mijn nest te landen. Ik zie mijn echtgenote al zitten. Ze maakt opgewonden geluiden. Er is wat aan de hand! De eerste landing lukt niet… die rotwind! De tweede poging is wel beter al is het een buiklanding. Na het begroetingsritueel, snavelerijen en knuffels staat ze op en laat me vol trots in het nest kijken: een ei!

Trots ga ik op het nest zitten en zwijmel over de toekomstige nieuweling.

Saunders Island, 22 oktober 2006. Darwin had het verkeerd

Na een verblijf van 5 dagen op Carcass Island, 2 dagen langer dan gepland vanwege mist en dus vlieg-onveilig weer, kom ik aan op Saunders Island. De eigenaars (van het eiland) David en Suzanne Evans, brengen me naar “the Neck”, anderhalf uur rijden. F125_LJ4H2430_kingpenguinsThe Neck is het smalste stuk van het eiland en ik verblijf in the Cabin, een soort bouwkeet. Geen luxe maar de natuur maakt alles goed. Ik zit er midden in: 100 meter verderop koningspinguïns, ezelspinguïns en Magelhaenpinguïns. Weer 100 meter verder albatrossen en koningsaalscholvers en op een kilometer afstand een zoetwatermeertje met steltlopers, eenden en zwartnekzwanen.

Als de temperatuur een graad of 20 hoger zou zijn geweest, zou je het hier paradijselijk kunnen noemen. Maar het is helder en de zon schijnt, dus vooruit: semiparadijs.

Eerst naar de koningspinguïns. Er zijn er niet veel, maar een stuk of 7, waaronder 1 jong van het vorige seizoen. Zo mooi de volwassen dieren zijn, zo lelijk is het jong. Als een volgepropte jutezak staat ie daar, bruin en pluizig. En dat moet later een mooie pinguïn worden. Dan moet er nog heel wat gebeuren.

Ik zit op een meter of 5 afstand maar door de nieuwsgierigheid van de vogels wordt dat al gauw 3 meter, dan 1 en even later heb ik een nieuwe “raaksoort”. Het jong komt zo dichtbij en pikt even in mijn vingers. Als hij is uitgepikt, keert hij terug en gaat weer staan wachten op de ouders die waarschijnlijk op visvangst zijn.

F060_LJ4H0394_bbaNa de pinguïns is het de beurt aan de albatrossen, vogels waar ik niet op uitgekeken raak. Hoe gracieus ze vliegen en….. die ogen. Daar kan geen visagiste tegenop.

In het nabijgelegen meer zouden zwartnekzwanen moeten zitten en ik laat de albatrossen voor wat ze zijn en loop naar het meer. Het terrein is golvend, bedekt met lage heide-achtige planten en “white-grass”. Op sommige plekken moet je oppassen dat je je nek niet breekt want er zijn overal holen van pinguïns.

In de verte verschijnt het meer en daarop 2 witte stippen. Jawel!! Zwartnekzwanen. Wat dichterbij gekomen zie ik ook de zwarte nekken en de knalrode snavels en nog dichterbij zie ik 2 grijze jongen. Op elke ouder-rug eentje. Het is hier lente en niet alleen de zwanen hebben jongen. Diverse eendesoorten zwemmen met pullen rond, Double banded plovers gedragen zich alsof ze zwaargewond zijn om me op die manier bij hun nest weg te lokken. Scholeksters zitten (hoe dom) opvallend op hun nesten en worden geplaagd door op eieren beluste caracaras.F041_LJ4H9464_jrook

Ik voel me helemaal in mijn element. De rust, de natuur, de wind die de zorgen uit mijn ziel blaast. Toen Charles Darwin de Falklands bezocht was hij zeer negatief over deze eilandengroep. Op 1 maart 1833 schreef hij er het volgende over in zijn dagboek: “An undulating land, with a desolate and wretched aspect, is everywhere covered by e peaty soil and wiry grass, of one monotonous colour.” Toegegeven, hij had slecht weer met hagel en regen maar om er nou meteen zo negatief over te schrijven…Nee Hij had ongelijk want het is hier prachtig.