25 november 2006, Hanga Roa. De geheimen van Napa Rui.
Als ik na 4 uur vliegen op Mataveri Airport land, valt me op dat de landingsstrip erg lang is. Hij wordt, zo zegt men, als noodlandingsplaats voor de spaceshuttle gebruikt. Een soort “donatie” van de Amerikanen. Gelijk na de landing kijk ik rond om te zien of ik Moai’s kan ontdekken. Nog niets te zien. Sommige Moais hebben nog een Pukai op het hoofd en staan op een Ahu.
Waar hebben we het hier in vredesnaam over????
OK…… Ik ben op Paaseiland, zo genoemd omdat de Nederlandse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen dit eiland op 5 april 1722 (eerste Paasdag) “ontdekte”. Moais zijn de bekende beelden waar het eiland bekend om is. Pukais zijn de “hoeden” die de beelden op hun hoofd hebben. Alleen, hoeden is niet het juiste woord. Men vermoedt dat deze uit rode lavasteen gemaakte hoofdversierselen haardossen moesten voorstellen en geen hoofddeksels. Een Ahu is een heilig platvorm waar de beelden op staan. En……..Paaseiland is slechts de naam die “wij” aan het eiland hebben gegeven. Officieel heet het eiland Napa Rui.
De eigenaresse van het hostel staat al op me te wachten en even later zit ik in de auto. We maken eerst een rondrit door het dorp. Meer dan een dorp is Hanga Roa niet. Er wonen slechts zo’n 2500 inwoners. Na 5 minuten rijden komen we bij zee en ik zie mijn eerste Moai. Al zo vaak heb ik plaatjes ervan gezien, op TV, in boeken. En altijd heb ik gedacht “dat moet ik een keer in het echt zien”. Nu is het zo ver. Een beeld met een starende blik, me aankijkend, zonder emotie. Het beweegt niet maar het is alsof het leeft, alsof het iets zeggen wil maar niet kan. Het heeft iets magisch. Even verder staan nog vijf Moai’s. Of eigenlijk 4 en een half. Van de meest rechtse is het hoofd afgebroken. Allen kijken ze landinwaarts. Of naar binnen. Ze stralen een soort strenge wijsheid uit. Het geheel ontroert me. Zo graag heb ik altijd deze beelden willen zien. Het was een van de eerste dingen die ik op mijn reisbestemmingenlijst zette. En nu ben ik er!! Alweer een wens die in vervulling gaat. Maak ik dit allemaal echt mee? Of is alles een droom?
Rapa Nui heeft nog veel vragen die onbeantwoord zijn. Waar kwamen de oorspronkelijke inwoners vandaan? Waarom maakten ze de grote beelden en wie of wat moesten de beelden voorstellen? Waarom staan ze bijna allemaal met de gezichten naar het eiland toe en waarom zijn ze plotseling opgehouden met het maken van de beelden. Er zijn veel theorieën. Thor Heyerdall dacht dat de vroegere inwoners van Paaseiland afstammelingen van mensen uit het vaste land van Zuid Amerika waren. Hij baseerde dat op de manier waarop de stenen van enkele Ahu’s zijn vormgegeven. Dat lijkt nogal op de manier waarop de Inca’s (en ook pre-Inca culturen) dat deden. (zie foto’s) Maar als je naar de mensen op Paaseiland kijkt, de autochtonen, dan twijfel je er niet aan dat de mensen Polynesische trekken hebben. Ook de taal klinkt Polynesisch. Het Rapa-Nui zit vol met “aka”, “iki” en “iti” klanken. Net Hawaiiaans of Maoris.
Als ik mijn spullen heb uitgepakt loop ik een stukje door het dorp. Naar zee. Weer naar de beelden. Ze doen me wat. Ze leven niet maar hebben wel een ziel. Ze willen me iets zeggen maar ik weet niet wat. Een dag later maak ik met een gids een tour. Van Ahu naar Ahu. Van het ene beeld naar het andere. Het lijkt eentonig maar elk beeld is anders. Het blijft me boeien. Veel beelden zijn omgegooid of omgevallen. Als gewonden of lijken liggen ze op de grond. Ze liggen er al eeuwen. Met de hoofden in het zand of omhoog starend met holle ogen. Anderen zijn gerestaureerd en weer rechtop gezet. Die leven weer al bewegen ze niet. Slechts één beeld heeft ogen. Ogen uit wit koraal en zwart obsidiaan. Men gelooft dat de ogen er alleen bij bijzondere gebeurtenissen ingezet werden en dat de oogkassen pas werden gemaakt als het beeld op de goede plek stond.
De nacht na de trip droom ik dat ik zelf een beeld ben en dat ik alles wat op het eiland gebeurde heb meegemaakt. Ik heb alles gezien en Rapa Nui heeft voor mij geen geheimen meer. Helaas…. als ik s’ochtends weer wakker wordt weet ik nog wel dat ik een beeld was maar de rest ben ik vergeten. Rapa Nui heeft zijn geheimen weer terug. Gelukkig maar want met die vragen en raadsels is het eiland veel leuker.
28 november 2006 Hanga Roa. Een fijne ochtend bij Rano Raraku.
Een van de plekken die bij mij als “bijzondere plek” te boek gaan is Rano Raraku, de vulkaan of mijn waar vroeger de Moai’s werden gemaakt. Onder “bijzondere plek” versta ik een plek waar iets meer is dan wat je kunt zien, ruiken, horen, voelen of proeven. Iets wat er is maar waar je geen naam aan kunt geven. Andere mensen die iets dergelijks ervaren noemen het misschien een “heilige plek” of ‘esoterisch”. Ik noem het bijzonder. Uren kan ik er zijn zonder me te vervelen. Gewoon zitten en genieten van al het extras.
Tijdens de trip van eergisteren had ik de plek al bezocht. De plek is in de eerste plaats bijzonder omdat ik er toen roodstaartkeerkringvogels zag. Sternachtige vogels met een rode staart. Mooi om te fotograferen en dus leuk om naar terug te gaan om nog mooiere foto’s te maken. Maar de plek is vooral bijzonder omdat de meeste Moai’s van Napa Rui zich daar bevinden. De beelden bevinden zich in allerlei stadia. Er zijn er die nog in de rots vast zitten waaruit ze gehakt werden. Er zijn Moai’s die klaar waren maar die binnen een straal van 100 meter van de “geboorteplek” zijn neergegooid of neergevallen en sindsdien niet meer verplaatst zijn. Moai’s die half begraven zijn en slechts met nek en schouders boven de grond uitsteken. Of alleen de hoofden die net met de ogen aan de oppervlakte komen, omhoog starend alsof ze ergens op wachten.
Ik ben op de plek vlak na zonsopkomst. Dan is het licht het mooist. En het is nog lekker rustig. Geen mens te bekennen. Helemaal alleen met de Moai’s. Even daarvoor had ik de 15 Moai’s van Ahu Tongariki met zonsopkomst gefotografeerd. Ik trof het. De kleuren waren als van een vuurwerk. Nee.. mooier nog. Alle tinten van donkerblauw via paars en violet tot rood en oranje. En nu, na het kleurenspel, alleen….?! op de plek waar in het verleden de Moai’s werden gebeeldhouwd. Geen hoofd is hetzelfde. Ik loop er langs en raak de beelden aan en klim vervolgens langs de rand van de krater omhoog. Om elke bocht nog meer beelden. Het lijkt alsof ze me toelachen nu. Ik voel me welkom. Bovenaan de kraterwand geniet ik van het uitzicht. Je kunt het hele eiland zien. 360 Graden rondom zie je de oceaan. Het eerste eiland (verder naar het westen, Pitcairn Island) ligt op bijna 2000 km afstand. Naar het oosten, zo’n 3800 km, ligt Chili. De andere buren zijn nog verder weg. Afgelegen, vrij, onafhankelijk, weg van alle drukte. Het geeft me een gevoel van rust en bovenop de vulkaan kan ik me helemaal ontspannen.
Vlak onder de kraterrand ligt een Moai die bijna klaar is, een meter of zeven lang. Alleen de rug zit nog vast aan de kraterrand. Het lijkt wel alsof hij alleen nog vast zit aan moeder aarde met een stenen navelstreng. Wat is er gebeurd wat de beeldhouwers van toen heeft doen besluiten ermee op te houden? Is er een opstand geweest? Is men van het ene op het andere moment van het geloof gevallen? Waren de boomstammen op, waarover de Moai’s naar de Ahu’s gerold werden? Slechts de beelden weten het maar ze geven hun geheim niet prijs.
Na een paar uren mijmeren en genieten wordt het warmer en ga ik naar beneden. De eerste bussen met toeristen zijn al gearriveerd en de bijbehorende gidsen vertellen hun verhalen. Ik zeg de Moais gedag en stap weer in mijn auto. Dat was nog eens een mooie ochtend.
4 december 2006 Hanga Roa. De vogelman
De eerste westerse ontdekkers van Rapa Nui vroegen zich af hoe de bewoners zich op zo’n desolaat en boomloos eiland in leven konden houden. Dit was inderdaad een mysterie totdat onderzoek uitwees dat het eiland vroeger vol moet hebben gestaan met palmen, een soort die nu is uitgestorven. Waarschijnlijk zijn deze bomen gebruikt voor het maken van huizen, boten en voor rollers om de Moai’s naar hun plek te rollen.
Zoals het gegaan kan zijn:
Terwijl er steeds meer palmen gekapt werden bereikte de competitie tussen de verschillende clans die het eiland bewoonden, om de grootste en mooiste Moai te hebben, een hoogtepunt. Meer en grotere Moai’s werden gemaakt. Steeds meer palmstammen waren nodig om de beelden te verplaatsen. Steeds meer werd gekapt. Het land begon te eroderen. De dunne bovenlaag werd weggespoeld en steeds minder voedsel kon er worden verbouwd. De clans kwamen tegen elkaar in opstand vanwege het voedseltekort. Door de honger en ellende verdween het geloof in de Moais en de beelden werden omgegooid. Er kwam steeds meer onderling geweld en er wordt zelfs gesuggereerd dat men de gedode vijanden opat (honger of ceremonie?).
De Rapa Nui cultuur zoals die voor honderden jaren bestond, verdween. Het eiland was een puinhoop. Er was oorlog, honger en er was geen hout meer om boten te maken waarmee eventueel naar een ander eiland gevaren kon worden. De overlevenden, misschien slechts 750 personen, begonnen een nieuwe samenleving….. zonder Moai’s.
Onder deze condities ontstond de vogelmancultuur (of –religie). Op de top van de vulkaan Rano Kau werd een ceremoniële plek gebouwd, Orongo, waar de schepper van het eiland, Make Make,werd aanbeden. Het werd ook het startpunt van een huiveringwekkende competitie. Elk jaar werd het leiderschap over het eiland verkregen door degene die de loodrechte wanden van Orongo kon afdalen, vervolgens de haai-rijke baai naar drie kleine eilandjes kon overzwemmen en een ei van de Sooty Tern (bonte stern) ongeschonden kon terugbrengen naar Orongo. Degene die deze race en opdracht succesvol volbracht, de vogelman, mocht rekenen op bijzondere eer en privileges gedurende het komende jaar.
De meest fascinerende bezienswaardigheden in Orongo zijn de honderden petroglyphen met afbeeldingen van de vogelman en van Make Make . Er wordt gesuggereerd dat de petroglyphen afbeeldingen zijn van elke winnaar van de race. Zo’n 480 afbeeldingen zijn gevonden. Deze vogelmancultuur bestond nog in 1862, toen slavenhandelaren op het eiland arriveerden en alle gezonde mannen meenamen. De overgebleven bewoners werden het slachtoffer van ziektes en degenen die ook dat overleefden maakten de komst van missionarissen mee. Met een samenleving zonder leiding duurde het niet lang om de mensen te bekeren tot het Christendom. De cultuur, inclusief s’-eilands schrift en geschiedenis, de RongoRongo tabletten, werd vernietigd. Eeuwenlange tradities waaronder het zetten van tatoeages werden door de priesters afgekeurd en uitgebannen.
Gelukkig komt een deel van de Napa Rui cultuur weer terug. En ook worden er weer bomen geplant op het eiland. Er zijn zelfs bossen. Er komen weer vogels. Het dragen van een tattoo is helemaal in.
Al voordat ik mijn reis begon, had ik al het plan om een tattoo te laten zetten. Het vogelman verhaal sprak me zo aan dat ik er op Rapa Nui zelfs twee heb laten zetten. En niet alleen vanwege het verhaal van de vogelmancultuur maar ook omdat ik tenslotte ook een vogelman ben.